- Pistool op de lakmarkt gericht houden
- Ruime lijn voor compacte laag
- Installatie extra kritisch bekeken
- Tonnages met de tiptoets
- Stralen met bákpoeder???
- Kwaliteit maak je met kwaliteit
Terugblik
Schuin in de bocht
Ruim een half jaar geleden regelde mijn vrouw een antislipcursus voor me. Die bon moesten we nog eens verzilveren, en in de drukte kwam dat op de laatste weken aan, dat hij nog geldig was. Uiteindelijk ging ze hem zelf maar doen, want ik werd ingedeeld op een dagdeel dat ik een bedrijf zou bezoeken voor deze editie. Ik kon me zo laat in de doorlooptijd geen uitglijders veroorloven, en liet de buitenkans om eens fatsoenlijk te leren rijden dus maar glippen.
“Rijden moet je voelen,” zeg ik haar als ik weer een rotonde als een tollende roulette achter me heb gelaten, want gas bíj geven op een rotonde vind ik gaaf. Op een krappe rotonde is dat het leukst, maar op een ruimere kun je ook nog eens opschakelen. Met meerdere personen aan boord geef ik wel eens een rondje van de zaak. Want rijden moet je vóélen.
Zo schakel ik moeiteloos naar het thema van deze editie: Bedrijfsinrichting. Toen ik halverwege de jaren negentig mijn eerste schreden zette op het junglepad van de procesoptimalisaties, waarbij er van alles om je heen sist en kronkelt waar je eerder nog niet op bedacht was, ving ik de uitspraak op “het moet schúín in de bocht hangen.” De lijn moet zó snel gaan, dat je moet wegduiken als er in de verte opeens wat aankomt.
Nou, nee. Er zit meer denkwerk in een uitgekiend coatingproces dan alleen vol gas geven (of stroom, want je kettingbaan zal wel niet op lpg gaan zoals mijn kampeerbus). Dat was in deze editie volop te lezen. Toen ik ooit een kettingbaanproducent bezocht, vertelde ik dat twee dingen mij enorm fascineren: lopendebandsystemen en rupsbanden. Voer voor psychologen natuurlijk, ik houd me aanbevolen voor welgemeende hulp zonder bijbedoeling (en graag mét verdoving). Hoe dan ook: als alle schakels goed in elkaar grijpen en alles loopt gesmeerd en je komt overal doorheen, dát vind ik gaaf. Nog gaver dan een rotonde pakken, want de andere waardebon waar we nog net op tijd mee waren, was een ritje in een heuse FV-432 (Rolls Royce K 60 van 240 PK). Rijden moet je voelen, en met een gaspedaal ter grootte van een cricketbat en twee handles om te sturen, rolrups je dan door de zompen. Míjn dag was goed.
Kijk, dáárvan kom ik nou tot rust. Niet van een onthaastingswaardebon, want die hadden we na negen drukke maanden laten verlopen. Maar van afstemming tussen de verschillende schakels, een onvolschrokken doorzettingsvermogen, en iemand aan het stuur die er plezier in heeft de hele bemanning naar de juiste plekken te loodsen. Kortom: leiderschap met vakliefde. Dan krijg je de investeringen die in deze editie beschreven staan. Want leiden moet je voelen.
Edward Uittenbroek
Eindredacteur Oppervlaktetechnieken