Terugblik
Baarmoeders en kraamkamers in de BV Nederland
Hoe trek je ten strijde tegen de technofobe kenniseconomie? Want het is eerder een “je bent wie je kent”-economie dan een waardescheppende technologiefabriek, die ‘BV Nederland’. Dat is althans in de praktijk de betekenis van ‘kennis’ bij die woordcombinatie, volgens mij.
Kennis zit in hoofden van mensen, dus je moet vakkenners hebben voor een echte kenniseconomie. Tegenwoordig schrijf je ‘bv’ met kleine letters, maar als we zo doorgaan, kunnen we er ook wel ‘nederland’ met een kleine letter van maken. De twintigste economie ter wereld is in een glijvlucht beland, door de dictatuur van de middelmaat. Te beginnen in het zogenaamde “beroepsonderwijs”.
In dit Redactioneel (voorheen onder de noemer ‘Blikopener’, maar in ieder geval al vele jaren) ga ik wel eens tekeer tegen managers, pottenschuivers, prietpraateconomen, kunstenaars, en combinaties van deze eierrapende koekoekskuikens.
Péts!
Eerst hoe het wél moet: van een klomp erts een brug maken, of van een handje zand een wafel computerchips. Voordelige 3Dprinters ontwerpen en vervolgens allerlei ontwerpen via internet verkopen of door mensen thuis laten maken met licentiesoftware. Creatief en materieel waardescheppend. Of de verfworkshop op de foto, die afgewisseld werd met degelijke basistheorie.
Páts!
Hoe het niet moet: praten over kennisborging en vervolgens iedere creabea-opleiding fantaseren en financieren op basis van populariteit in plaats van op toegevoegde waarde. Dat is een uitgesleten term, inderdaad, maar bij een workshop “Traditionele Verfbereiding” die ik met barones Uittenbroek deed, herontdekte ik die term nog maar eens. Enkele deelneemsters hadden kunstacademie gedaan, maar wisten niets van kleurenleer, materiaaleigenschappen of verfsamenstelling. Ze hadden jarenlang vooral zelfexpressie-met-een-verhaal moeten produceren om hun graad te halen. Een deelneemster vertelde me dat ze strakke lijnen kon trekken, waarna de penseel afgepakt werd voor een grove kwast. Voor meer expressiviteit. Toen ze er strakke lijnen mee had leren trekken, waren de modernistische docenten terug bij af. En deze deelneemster wat hun betreft ook. Zelf had ze het beoordelingscriterium inmiddels wél door: het verhaal achter je werk scoorde vooral goed als het een belevenis vanuit je baarmoeder weergaf.
Nóg een reden om liever in de industriële verfverwerking te blijven, want mijn baarmoederpraatjes zijn niet bepaald fris!
En wat ik dan op zo’n workshop te zoeken heb? Vooropgesteld: hij werd gegeven door een verfchemicus. Ik was er voor de inspiratiesessies die ik voor mbo-docenten mag geven, en waarover in dit thema Beroepsopleidingen te lezen is. Hopelijk gaan ze verf aan de technieklessen toevoegen (vandaar dat barones Uittenbroek er ook bij was: zij doet Technika 10 en Technoboys in het buurthuis). Dan hebben de leerlingen iets om voor te kiezen en mogen we dan een uitstroomjaar voor ons vakgebied inrichten. Voorlopig is de kunstacademie populairder dan industriële verfverwerking, namelijk. En dus beter gefinancierd met belastinggeld, dat immers per student en afgestudeerde uitgekeerd wordt aan de opleider. Belastinggeld dat de industrie ophoest. De industrie die vakmensen tekortkomt, zeker in de materiaalverwerkende en anderszins waardescheppende sectoren.
Heeft een kunstopleiding dan helemaal geen toegevoegde waarde? Zeker wel! De grote schilders maakten allemaal hun verf zelf, totdat de voorgeprakte loodtinnen tubes hun intrede deden, eind achttiende eeuw. En uiteraard wisten zij alles van kleur. En hun handvaardigheid plaatste hun werk in perspectief. Dus we hebben – als het goed is – tenminste mensen met een goede basis voor beroepsgerichte nascholing aan kunstopleidingen te danken. Voor verftechnici, laboranten, inspecteurs… Die naast hun economische ook een culturele bijdrage leveren, door in de vrije tijd af en toe een aansprekend werk te leveren. Om via een kunstlease-constructie te laten rouleren.
Mooi niet! Níks geen kleurenleer, níks geen basale materiaalkennis. Kleur & Glans, Verf & Substraat in een kúnstopleiding, waarom zóú je!
Eentje had een onderwijsbevoegdheid, maar beweerde niet te weten wát ze zou moeten onderwijzen, omdat ze zelf niks geleerd had. Behalve dus zich expressief te uiten zónder strakke lijnen maar mét ontboezemingen uit de onderbuik.
Hogeschool? Beroepsonderwijs?
Dus met baarmoederlijke ontferming ga ik nu techniekdocenten toerusten (zie de vorige Terugblik) om de nieuwe generatie waardescheppers klaar te stomen. Een kraamkamer van de BV Nederland. Het zou me niets verbazen als er een coatingtechnoloog uit voortkomt die op zondagmiddag de móóiste schilderijen maakt!
Edward Uittenbroek
Eindredacteur Oppervlaktetechnieken