Terugblik
Onbeschermd maakt onbemind
Terwijl ik dit in de lentezon zit te schrijven, vliegt de Eurocopter EC 120 Colibri af en aan voor rondvluchtjes voor een benefietrommelmarkt, voor de christelijke zending in Equador. Ik heb mijn vluchtje net achter de rug, het gaf mij mooi gelegenheid voor een luchtfoto van de hefbrug van Waddinxveen. Een stukje industrieel erfgoed in werking (we hadden hem in februari op de voorpagina), en van de naastgelegen spuiterij, waar ik vroeger straalde en de chemische voorbehandeling deed. De straalcabine was examenruimte van het ROC aan de andere kant van het water. Er verrijst nu een oldtimercentrum waar ik de militairhistorische tak van mag vormgeven. Mijn eigen rijtjeshuis in het aangrenzende Gouda was opgenomen in het vliegprogramma, want enkele andere passagiers wilden over mijn geboortedorp Reeuwijk. Dus het plassengebied en het huis waar ik opgroeide en waar ik mijn eerste verfverwerking ter hand nam, kwamen mooi in beeld.
Want ik ben niet als straler of chemisch voorbehandelaar begonnen. Neenee, mijn eerste streken haalde ik uit door het nabouwen van oorlogsvloten en legers, waarna kwast en spuitbus naadloos aansloten op de landschapjes die ik gemaakt had voor mijn helden. Mijn matras lag op zolder: geen plaats op de slaapkamer en bovendien ga je in oorlogstijd niet zitten dutten.
Ik zie me nog een Japans vliegkampschip roestig maken met een tandenborstel. Reepjes dakasfalt waren startbanen op subtropische vechtparadijzen. Zelfrijzend bakmeel diende als oostfrontsneeuw. Zo had ik het Land van de Rijzende Zon en het Rijk van het Rijzende Meel, bedenk ik nu ineens. Pincet en plasticlijm kwamen eraan te pas om de vele Oerlikon-luchtafweer op de Amerikaanse escorteschepen te zetten. Daaraan heb ik dat bedrijf nog even fijntjes herinnerd toen ik ze eens bezocht. Wát een gepriegel, zeg!
Niet alles wat ik bij mijn vaste modelbouwshop haalde, werd helemaal geverfd. Daarvoor ging de oorlog te snel, zeg maar. Maar een product is meestal pas af als het beschermd is. En camouflage werkt zéker levensduurverlengend! Niet voor niets hadden we, direct toen vakblad Oppervlaktetechnieken in kleur ging, januari 2003, een artikel met de tankwerkplaats van het leger: “Kleurstellingen aan het front”.
Wij zeggen van ons ondergewaardeerde vakgebied wel eens “onbekend maakt onbemind.” Nou, ongecóát maakt onbemind! En omgekeerd: bij mijn soldaatjes gold dat geschilderde poppetjes elitetroepen waren, bijvoorbeeld Britse commando’s, een pantserdivisie van de Wehrmacht en – fout maar waar – het eerste pantserkorps van de Waffen-SS (ja, alle drie de divisies, voordat u het navraagt. Ik was goed fout bezig).
Van lijmsnuiver tot eindredacteur… vooral die acrylverf, daar krijg ik direct weer jeugdsentiment bij als er weer een potje opengaat. Blikverruimend!
En wat zegt mijn oorlogsverleden nu over de nobele kunsten der coatingtechniek? Een product is pas af als er de juiste coating op zit, voor de vele functies die je zo aan een oppervlak kunt geven. Net stapte ik op een antislipcoating om in de Colibri te komen. Radarabsorberende coatings maken vliegtuigen en periscopen minder waarneembaar. Beschermende coatings houden industrieel erfgoed in stand, zoals echt werkende hefbruggen.
Maar wie houdt het vakgebied in stand? Dat zal door belangenbehartiging en kennisoverdracht moeten gebeuren. Dus door organisaties die het overzicht houden. Met een helikopterview overzie je het hele werkveld. De Turbomécca Arrius 2F van 335 kW geeft de Colibri een meewind van 270 kilometer per uur. Dus dat inspireert wel voor een Terugblik die in vogelvlucht vele goede herinneringen laat langskomen. En zo een blik achter de horizon werpt!
Edward Uittenbroek
Eindredacteur Oppervlaktetechnieken