- Claim je positie!
- Altijd nieuwe dingen!
- Krachten bundelen
- Sponsor gezocht: 88 mm Flugzeug Abwehr Kanone FLAK 36
- Bestaansrecht en bestaansplicht
- Cursus Galvanotechniek
Blikopener
Vaardig met informatie, competent met kennis
In de week van de vakbeurs Surface 2010 leerde ik een nieuw woord, en niet eens op de beurs zelf: ‘Informatievaardigheden’. Dat houdt in, dat je in het hedendaagse oerwoud aan informatie niet de weg kwijtraakt. Door de bomen het bos nog zien. Vinden wat je zoekt. Ik leerde het op een dag van de Open Universiteit over internetvraagstukjes als leermethode.
Verzamelen en benutten van kennis zijn kerncompetenties voor kenniswerkers, en natuurlijk voor bedrijfsleiders en directies. Eigenlijk raar dat het ‘vaardigheden’ genoemd wordt: je computer besturen is een vaardigheid, maar de aangeboden informatie selecteren en op waarde schatten, is toch echt een competentie. Het bedienen van je spuitcabine vergt vaardigheden. Het optimaliseren van je coatinglijn daarentegen vergt competenties: bijvoorbeeld een gedegen analyse kunnen maken van werkstromen en daar dan de vertragingsfactoren tussenuitvissen, om vervolgens in teamverband aan verbeteringen te werken.
En het is inderdaad een oerwoud aan informatie waar je doorheen moet. Ga maar na: de mijlpaal van een miljard websites is inmiddels ruim een jaar gepasseerd, en ook in de overmacht van beurzen en congressen moet je maar je weg weten te vinden. Ik doe er een stuk of dertig per jaar, dus de competentie ‘informatieverwerking’ is voor mij essentieel. Dan moet je dus selecteren, waarderen, verwerken en integreren. Ofwel: waar ga je allemaal naartoe, wat is er ter plaatse echt belangrijk, hoe zet je informatie om in bruikbare kennis, en hoe bouw je er kennisproducten van zoals een vakblad, onderwijsmateriaal of een informatiesysteem?
Een niet te missen beurs was uiteraard de eerste eigen vakbeurs sinds halverwege jaren negentig, de Surface. Ik miste er de Parts to Clean (reinigingsbeurs Stuttgart), de Ecolromat (treinmaterieel, Mulhouse, Frakrijk) en de Nationale Staalbouwdag voor. Voor de oppervlaktetechniek was ’s-Hertogenbosch natuurlijk hét trefpunt deze maand. De recordoplage van dit tijdschrift werd met een nipte honderd bezoekers overtroffen, de helft meer dan het streefaantal. De 25 bedrijven die te laat waren om nog een plekje op de beursvloer te bemachtigen, hebben zéker gelijk gekregen dat ze mee wilden doen. Met 175 standhouders was de deelname ook de helft hoger dan verwacht, en zo kom ik terug bij mijn punt: hoe kom je tot een juiste selectie en verwerking van zó’n informatieaanbod…?
Ten eerste moet het duidelijk aangereikt worden. Als de beurslezingen omgeroepen waren, zouden ze beter bezocht zijn geweest. Het bewijs is wat mij betreft de lezing over procesoptimalisatie in spuiterijen: er waren in de beurshal heus wel meer geïnteresseerden in het thema “geld verdienen met je spuiterij” dan er op de lezing waren afgekomen.
De internetvariant hiervan is het vindbaar maken van je website op zoekmachines. De netwerkvariant is onder meer aangesloten zijn bij een vereniging waar technische vragen binnenkomen. Dan kan er na beantwoording daarvan en na de slotvraag wie het dan uitvoert, naar je doorverwezen worden. Ben je daar niet bekend, dan mis je de doorverwijzing.
En daarmee kom ik op het punt dat ik wil maken: die zogeheten ‘Informatievaardigheden’, die dus eigenlijk geen vaardigheden maar competenties zijn, die moet niet alleen de zoeker hebben. Ook degene die wat te bieden heeft moet zijn duit in het zakje doen. Want vaak wordt er helemaal niet gezocht naar een verbetering, maar pas gezocht als er echt een probleem is. We gaan niet naar een bijlenslijper zoeken, nee, we zoeken een bijlenreparateur tegen de tijd dat hij kapot is. Geen tijd voor scherpslijperij, want het hakken kost al erg veel tijd.
Die boom wou ik maar eens met u opzetten: op beurzen kom je op veel meer antwoorden dan waar je vragen over had. Dat dit met congressen en internet ook zo is, betekent dat er voor redacties en onderwijsontwikkelaars meer werk aan de winkel is dan alleen het welbekende ‘op de winkel passen’. Dan hak je met een ander bijltje. En als het bos wat groter is dan eerst gedacht, zit je er na wat hakwerk warmpjes bij, in je blokhut met kampvuur voor de deur!
Edward Uittenbroek
Eindredacteur Oppervlaktetechnieken