- ITSC Wereldcongres Thermisch Spuiten
- Gehoord
- Glascoatingcongres in Eindhoven
- Mikrocentrum en Philips CTT willen samengaan
- Innovatieprogramma M2i zorgt voor economische groei
- Van Vakman tot Ingenieur (XIII)
- Veelzijdige maar veeleisende taak
- EGL in 2008
Blikopener
Het nieuwe liedje
Soms denk je: het is ook steeds het oude liedje. Uiteindelijk gaat het alleen maar om de laagste prijs.
Uit die laagste prijs moeten de lonen en opleidingen van de medewerkers betaald worden. Uit die laagste prijs moeten machines en deklaagmaterialen zoals verf, opspuitmetalen en voorbehandelingschemie betaald worden.
Uit die laagste prijs moeten de contributies aan vakverenigingen betaald worden, oei, dat kan ik er beter níét bij zetten.
Uit die laagste prijs moeten innovaties betaald worden.
Uit die laagste prijs moeten de functionaliteit en duurzaamheid van het werkstuk betaald worden.
Op de voorpagina hebben we een spreekwoordelijk werkje, dat zowaar de Engelse woordenboeken gehaald heeft: “like painting the Forth Bridge”. In de Cambridge International Dictionary of Idioms staat daar bij: “If repairing or improving something is like painting the Forth Bridge, it takes such a long time that by the time you have finished doing it, you have to start again.” Een droom voor aannemers: je kostje is gekocht. Glazenwassers hebben dat bij wolkenkrabbers ook wel eens, zo’n ‘eindeloos contract’, al word je natuurlijk wel eens in de zoveel keer naast andere aanbieders gezet. Dus toch weer laagste prijs?
Ik ga de inzet verhogen, want die voorpagina is niet voor niets ingekocht. Onder het motto “aan alles komt een end” gaat ook dit eindeloze contract een nieuwe fase in. De bedoeling is, er een superduurzaam drielaags coatingsysteem op te zetten dat minstens twintig jaar meegaat. Na 2012 en na 72 miljoen pond moet het dan even klaar zijn met het stralen en coaten van de 54.000 ton staal en zeven miljoen klinknagels. Een glasvezelepoxy die komt overwaaien uit de offshore olie-industrie, gaat voortaan als bescherming dienen.
Maar wat is duurzaam? Duurzaam is een drieledig begrip: Technisch (functiebehoud, levensduur), Ecologisch (niet ten koste van toekomstige generaties) en Maatschappelijk (de wenselijkheid en brede acceptatie). Voorbeeld: willen we tuinbouw als daar zóveel energie verbruikt wordt (ook nog tegen grootafnemerskorting)? Anderzijds: als we doorzichtige gevels en glasdaken voor stations en winkelpromenades leuk vinden, is het maar goed dat er met oppervlaktetechniek energiebesparende en comfortverhogende toepassingen voor te maken zijn. Trouwens, de tuinbouw gaat ook op de besparingstoer dankzij oppervlaktetechniek (zie Nieuws uit de Markt).
Dan de vraag over de maakbaarheid: kunt u leveren??? Iémand moet het bij die brug in Schotland aangedurfd hebben, voor te stellen die olieplatformverf te gaan gebruiken. Iémand heeft ook voorgesteld het dak van het nieuwe Centraal Station van Berlijn in glas uit te voeren, zonder dat het een plantenkas werd. In onder meer Frankfurt was er al goede ervaring mee (hoewel bijgaand prentje dat ik onderweg naar een congres maakte, toch anders doet vermoeden). Maar als er weinig ervaring met soortgelijke toepassingen is, wie durft dan in gesprek te gaan met andere ketenpartijen?
Dan moet je dus thuis zijn in de Samenhang der Dingen: niet alleen heel veel weten van roest of van verf, maar de hele levenscyclus kunnen overzien: van ontwerp tot onderhoud en noem maar op. En dat degelijk onderbouwd en schriftelijk kunnen verwoorden.
Bij de VOM-Bestuursraadvergadering van 4 maart, het adviesorgaan voor het VOMbestuur, werd het begrip Duurzaamheid ook besproken. Zo lang de maatschappij ons niet als technische verduurzamers ziet, en de technologieontwikkeling vooral door uitfasering van stoffen en door kostenbesparing gestuurd wordt, zingen we nog het oude liedje. Als we daarentegen oplossingen aan kunnen dragen en daarmee de jonge generatie de creatieve en innovatieve kanten van het werk laten zien, zijn we als beroepsgroep meer gewenst, en dus zelf ook een stuk duurzamer.
Dan is daar dus middenkader voor nodig dat gericht opgeleid is voor dergelijke vraagstukken, dat knopen durft door te hakken en verbetervoorstellen durft te doen. In plaats van inspiratieloos de kaasschaaf maar weer langs te prijs te halen. Wat dat betreft heeft de VOM dus een ‘eindeloos contract’ met de industrie. Uit de contractprijs moeten innovaties, lonen en opleidingen van de medewerker immers betaald worden. En de contributies…
Edward Uittenbroek
Eindredacteur
Oppervlaktetechnieken