Blikopener
Zelfstudie als paardenmiddel
Zo, met welke titel jaag je je lezers makkelijker weg dan met deze? Beter kán niet.
Meteen ter zake: Wie dacht dat ik het WK ging volgen, heeft het mis. De oppervlaktetechniek, de hele oppervlaktetechniek en niets dán de oppervlaktetechniek! Nee, ík kom de zomer wel door.
Bijwerkingen? Alles door elkaar geslikt? Nee hoor, en ik ben ook niet van plan m’n zomer geheel te wijden aan de vakliteratuur en congresaantekeningen. Kamperen bij de boer, krek, dát is het!
Maar ik was wél op zoek naar een paar mooie workshops en seminars in het kader van deze editie Beroepsopleidingen, en dat gaat dan niet vanzelf! Enkele onderwerpen die ik had willen bespringen: meettechnieken, tekeninglezen, normalisatie. Van de tientallen cursussen en themadagen die ik heb bijgewoond, ging er geen één specifiek hierover. En wat blijkt: ofwel ik ben stekeblind als de spreekwoordelijke paardenvlieg die zijn wimpers in een staart gevlecht had, ofwel er ís gewoon niks over. Althans niet op ons eigen vakgebied.
Nou heb ik zat in mijn congres- en tijdschriftarchieven om zelf in te duiken, dus een leerzaam zomertje wórdt het wel. En een stuk relaxter dan 2005, toen ik afstudeerde voor Beschermingstechniek/Coating Technology in Enschede, met nog vijf openstaande vakken, mijn afstudeeronderzoek had ik stiekem al jaren in aanbouw). Studie naast je werk, ja. Een zogeheten deeltijdopleiding. Hmmm… De duale opleiding in Utrecht is dan slimmer verzonnen: voor eenderde haal je je studiepunten óp je werk. Knapt je tent ook meteen van op.
Maar waar ik nou voor de zóveelste keer tegenaan loop: als je nou iets interessants wilt bijwonen op besluitvormingsniveau, dus niet de praktische procescursussen voor de vakman (niveau 1-3) maar bijvoorbeeld iets over co-makership met oppervlaktetechniek als centrale waardetoevoegende factor (niveau 4 of eventueel 5, hogeschool dus), dan loop je knálhard tegen een vácuüm op. Sterker nog: officieel bestáát ons vak niet eens! Sinds het aflopen van het beroepsbeeld Industrieel Lakverwerker Niveau 4 in 2006, waarbij niemand omkeek naar de opvolging, kun je niet verder komen dan gediplomeerd meewerkend voorman (3). Daarna wordt het Technische Bedrijfskunde (5), HEAO, economisch-administratief) of nog zoiets algemeens. Overigens was die ouwe Lakverwerking-4 grotendeels ‘vogelkastje schilderen maar dan met zelf te onderbouwen lakbestek’, even overdreven gezegd dan. Dus dat die weg is, vind ik niet zo erg. Kon er wat voor terugkomen waarmee ons beroep serieus genomen wordt. En dat meteen ook over te zetten is naar Chef Galvano-afdeling, Chef Verzinkerij, Chef Anodiseerlijn, Chef Thermisch-Spuitafdeling… Ik zie het zó voor me.
Dus geen doorgroei-opleiding…? Utrecht toch?
Nou, spring dát kanaal maar over met je polsstokje: van een branchecursus – hópsakee – zó naar de hogeschool. Moet je wel havo of mbo hebben, anders kom je er niet eens in.
We noemen dit: Doorlopende Leerwegen, de mogelijkheid de ladder op te klimmen vanaf de middelbare school – welke dan ook – helemaal tot en met de hogeschool, mag je altijd nog universiteit doen als je zin hebt). Een beetje mijn stokpaardje, omdat ik ook met een opgeworpen touwladder uit de put geklommen ben. Maar ik had geen last van dat gat tussen praktijkcursussen en de hogeschool, omdat ik tussendoor al eindredacteur was geworden en dus niets meer hoef te kunnen. Of: “ik dacht: ‘ik kan niets, ik word artiest’”, zoals carnavalsheld Arie Ribbens al zong. Ja, dan hoeft het zelfs niet meer te rijmen.
Maar totaal ongerijmd vind ik het contrast tussen enerzijds het belang van de oppervlaktetechniek in de waarde-economie van ons hogelonenland, en anderzijds het ‘gat op 4’. Gelukkig kun je bij adviesbureaus bedrijfsspecifieke seminars inkopen. En is er ondersteuning vanuit scholingsfondsen voor het opzetten van een eigen bedrijfsinterne cursus.
Wat ik me dan druk maak? Gekrenkte trots speelt zeker een rol. “Eindredacteur van een niet-bestaand beroep, maar zeg maar ‘Edward’, hoor.” Maar ook dat je niet eens effe vindt wat je wilt hebben, terwijl je je poten breekt over de managementcursussen en zo. Toen ik me zonder verdoving liet ombouwen tot opleidingsontwerper, zat er zelfs een dierentolk in m’n jaargang. Ja écht! En die had al driehonderd deelnemers op de interactieve site, dus dat was wel tijd om eens wat cursuswerk op te leren zetten voor zóveel gegadigden. Kun je met een páárd leren praten. Met een páárd! Vlieg óp met die ongein, er is een wélvaartsstaat te bekostigen! Maar daar krijg je geen driehonderd man voor!
Dus ik ga maar zélfstudie doen op mijn vakgebied. Nee, ík kom de zomer wel door. En kamperen bij de boer, tussen de paardenvliegen. Krek, dát is het!
Edward Uittenbroek
Eindredacteur Oppervlaktetechnieken