- Eurocorr 2003: corrosiekennis is troef
- NCC hijst de zeilen
- Trends in corrosiebescherming
- Bestaansrecht dagelijks waarmaken en verdienen
- Geen bedrijf is beter dan zijn medewerkers
- Coater verbetert Duplex-systeem
- Stockdatabank Poedercoatings verbindt vraag en aanbod
Van de redactie
Het recht van de snelste
De komende twee jaar wordt ’s werelds grootste stalen brug deels opnieuw gecoat. Het is niet de langste, maar met 1.149 meter (breedte 49 meter; hoogte maximaal 134), is de 72 jaar oude Sydney Harbour Bridge goed voor 58.000 ton staal. De zuidelijke toerit, die acht rijstroken en twee spoorbanen voert, is aan een onderhoudsbeurt toe: 90.000 vierkante meter schoon aan de haak. De oude coating wordt helemaal weggestraald, en er komt een zinkrijke epoxy, een epoxy high build, een high solid tussenlaag plus een polyurethan topcoat over. Dit winnende systeem (vijf deelnemende aanbieders; criteria waren corrosiewering, duurzaamheid, uiterlijk, kosten en –ook hier– milieu) heeft een grotere corrosiewering en een naar verwachting driemaal langere levensduur. En dat met maar een kwart oplosmiddeluitstoot ten opzichte van het vorige vierlaagssysteem (tweemaal alkyd plus tweemaal chloorrubber).
Het systeem heeft weliswaar een vergelijkbaar kostentotaal, maar is uitvoerbaar in de helft van de tijd. Deze overweging kon in de toekomst wel eens fors aan belang gaan winnen. De economisch-maatschappelijke kosten van logistiek oponthoud begint een bruggenhoofd te slaan in aanbestedingsland. Als je een personenauto op (slechts!) een tientje per uur zet, en een vrachtwagen op 45 euro, dan blijken de kosten van een tiendaagse renovatie van een klein bruggetje in een rustige provinciale landweg –ieder verliest een minuutje tijd– voor het overgrote deel uit economisch-maatschappelijke kosten te bestaan. Per vierkante meter coatingwerk legt de metaalconserveerder (M/V) de helft van de totaalkosten in de schaal, bij een stremming van ruim drie maanden nog maar eentiende.
Maar als hij een paar eurokwartjes per vierkante meter duurder is, omdat hij bijvoorbeeld een innovatieve en snellere straaltechniek nog niet afgeschreven heeft, en deze nog in de meterprijs terugkomt, vist hij (M/V) al gauw achter het net met zijn offerte. Zo komen we als innovatieland niet vooruit natuurlijk. Dan staan we in een stremming van het economisch verkeer.
Deze uit de milieukunde overgewaaide methodiek van de Life Cycle Costing, die alle kosten –ook indirecte kosten en kosten-derden– meeneemt “van de wieg tot het graf”, maakt het zelfs nog bonter dat dit. Aangezien de totale levensduur en (de tussentijden tussen) onderhoudsstops meegewogen worden, en robuuste beschermingstechnieken dus een langetermijnvoordeel hebben. Hierover werd al gerapporteerd in het Themanummer Milieu van mei 2003. Maar op de ESEF-beurs van maart gaf Rijkswaterstaat met enkele krasse rekenvoorbeelden aan, dat een duurzamer coatingsysteem op beide aspecten (stremming en onderhoudsinterval/levensduur) enorme besparingsmogelijkheden voor de maatschappij en de economie oplevert. Gedoeld werd op het metalliseerproces voor langdurige bescherming. Maar het voorbeeld van de Sydney Harbour Bridge, dat het collega-tijdschrift Protective Coatings Europe in januari uit de doeken deed, geeft aan dat het evengoed voor natlaktoepassingen op kan gaan.
De branche heeft dus niet stilgezeten de afgelopen decennia. De meterprijs trouwens ook niet. Ongelijk het straalgrit is de prijsstabiliteit in het water gevallen. Hadden we dáár maar een zeiltje voor gespannen…
Vroeger was het “haastige spoed is zelden goed”, zeker in de oppervlaktebehandeling (denk aan stralen!). Het criterium “stremmingtijd” zal echter steeds meer de al uitgeknepen doorlooptijden verder onder druk gaan zetten. En uitvoerend vakmanschap –aangetoond met certificering– gecombineerd met degelijke projectregie (Beschermingstechnologen) zal steeds doorslaggevender worden, al in de offertefase. Het (achter)uithollen van de technische opleidingen op gebied van corrosie en coatingtechniek zal ons duurder komen te staan dan de nieuwe EU-lidstaten zoals Polen, dat vorig jaar zijn persoonscertificering metalliseren rondmaakte.
Edward Uittenbroek,
eindredacteur