”Zózo, jíj bent nog laat open”. Dat is mijn reactie als iemand mij ‘s avonds op een broekhoest tracteert. Op zondag zeg ik “Ben jij op ‘s zondags óók open???” Doordeweeks overdag ben ik uitgeleverd aan de spontane ingeving. Dan nóg staan we beide in een kwade reuk. Niets helpt.
Pas was ik weer bij het tweejaarlijkse topcongres in Neurenberg en de aanpalende vakbeurs European Coatings Show. Tegenwoordig heeft congresorganisator Vincentz Network een opfrisseminar voor de congressen. Eigenlijk bedoeld voor nieuwe personeelsleden van lakfabrieken die tot hun eigen schrik naar zo’n congres mogen. Maar het liep de eerste keer zodanig storm (congres over polyurethanbindmiddelen, Berlijn) dat we in tweemaal een zaaltje van twintig belandden, in plaats van aan een flinke tafel.
Nou zeg ik al ‘polyurethan’ en niet ‘polyurethaan’. Het achtervoegsel ‘-aan’ is voorbehouden aan de verzadigde koolwaterstoffen. Als je dit fout spelt, maakt dat gelukkig weinig uit.
Maar als ik termen zoals ‘open tijd’, ‘tack free time’, ‘overschilderbaarheid’, ‘laagvormingstijd’ door elkaar haal, schat ik omgevingsfactoren misschien verkeerd in. Dat zou toch jammer zijn van alle moeite die fabrieken doen om in de pot te krijgen wat in de folder beloofd wordt.
Wanneer is de verf nog open? Niet zozeer als ie geurige odeuren verspreidt, waarop ik dan zeg ‘‘zózo…’’. Als je nog kan bijkwasten zonder kwaststrepen achter te laten, is ie nog open. Een gunstige open tijd is bij watergedragen verf vaak lastiger realiseerbaar dan bij verf met een organisch oplosmiddel, dan helpt het nagekomen organische oplosmiddel vaak juist weer een beetje bij het egaliseren.
Na de open tijd gaat het uitdampen van het oplosmiddel (waaronder ook water inbegrepen kan worden) door. De tack free time is de benodigde droogtijd tot er geen vingerafdrukken meer te maken zijn (ISO 4618). Toen hier de straat opgebroken werd en ik al bang was dat het Duits Afrika Korps zich kwam ingraven, was het bijwerken van de kozijnen dus een droefenis: inwaaiend zand blijft ook plakken.
De uiteindelijke laagvorming duurt nóg weer langer, dan moeten de barrièreeigenschappen tot stand komen. Een watergedragen lak die bij condensvorming of een mistbank zijn eindlaag moet vormen, is wel effe bezig.
De sport is nu om een verf te verzinnen die makkelijk uitsmeert maar toch een aardige laagdikte geeft per arbeidsgang mét natuurlijk een goede dekking op de randen. Zónder ondermijningen van achtergebleven oplosmiddel (water inbegrepen), met wél de kans om het even iets bij te kwasten maar dan héél vlot niet meer plakkerig is en dan stántepede zijn barrière-eigenschappen heeft. Onder instelling van de juiste glansgraad die dan weer beïnvloed wordt door hoe glad de laag is…
Hoe dóén die verffabrikanten zoiets???
Gelukkig staat de technologie niet stil. Ik heb eerder de indruk dat er achter de komma geperfectioneerd wordt terwijl het de industrielakkers en schilders maar moeizaam lukt de meerwaarde van zowel eindproduct als vakmanschap uitgelegd en geoffreerd te krijgen. Vóór de komma moet het nog waargemaakt worden, anders werk je steeds harder voor steeds minder.
Uiteindelijk ben je dan zondag ook open.
Edward Uittenbroek
Bron: Schildersvakkrant, mei 2007