Zelfreinigend vermogen

”Wat moeten wíj nou met een zelfherstellende verf???” schijnt iemand van de FOSAG gezegd te hebben. Toen dit naar voren gebracht werd op een hersenstormsessie voor een onderzoeksprogramma naar zelfherstellende verven, was een reactie “vroeger had je ponskaarttypistes”.
Inderdaad, je kan de vooruitgang proberen weg te denken, maar je kan ook zeggen: mijn opdrachtgever wil misschien wel iets dat hem een hoop inspectie of onderhoud uitspaart. Een zelfreinigende coating bijvoorbeeld, die vuil omzet in koolzuurgas. Werkt op zonlicht. Prima toch?

Tijdens het verftechnologiecongres Fatipec, enkele jaren geleden in Dresden, zei ik eens tegen een Hoogst Haalbare in het vakverenigingen- en normalisatiecircuit, dat winterdoorwerkverven niet per sé op populariteit onder schilders kunnen rekenen. Deze applicatietolerante verven kunnen namelijk een bekorting van het winterverlet opleveren. Nou is de winter in Nederland al welhaast afgeschaft op last van Elfstedenhaters, de opkomst van de low budget vogeltrek of vanwege de klimaatzoneverschuiving. Maar tóch…

Deze innovatievrezende reacties zijn twee lakens van hetzelfde pak. Wíllen we eigenlijk wel innovatie?

Als een verf een seintje kan geven dat er iets mis aan het gaan is met de hechting, nog voordat de beschermende functie verstoord wordt, of als een verf zelfreinigend is of een kras zelf kan repareren, zou dat een economische waarde vertegenwoordigen. Wie durft het aan om die waarde aan de markt aan te bieden? Als alle verf nou eens zelfherstellend was, dan zou er dus minder degradatieherstel nodig zijn. Dan zou de onderhoudsmarkt dus gaan krimpen. Of juist in stand blijven doordat geverfd hout of metaal als concept beter concurreert met folie of kunststof. Sterker nog: als de kunststofindustrie en de foliewereld wél met zelfherstellende materialen komen, en de verfindustrie heeft in peilloze wijsheid de boot afgehouden, dan mist die beroepsgroep dus die boot. Dan is het “Zie ginds gaat de stoomboot…”, naar het bekende kinderliedje over die pepernotensmokkelaar die opereert onder een goed-heilige dekmantel. Ik hoef hier niet man en paard te noemen. U weet donderwél wie ik bedoel!

Mag ik een voorzet geven?

Onlangs kwam de Scenariocommissie Verf met een brochure, en op 20 november hield de Nederlandse Vereniging van Verf Technici een studiemiddag over het Self Healing Paint. Als we nou met zijn allen de juiste bladen lezen en de juiste bijeenkomsten bijwonen – op de studiemiddagen Verftechnologie in de Praktijk van Elsevier ruim ik er ook een paar minuten voor in- dan houden we de opdrachtgevers warm voor datgene waartoe we binnenkort in staat zijn. Als ze er althans de juiste uitvoerders voor weten te vinden. Dus niet degene die het liefst een winterverlet van anderhalf kwartaal zouden aanhouden onder het mom van de minimum applicatiekwaliteit. Maar degene die een gefactureerde jaaromzet draaien die ruimte laat voor innovatie.

Edward Uittenbroek

Bron: Schildersvakkrant, december 2007