Toverwaarde in je fophypotheek

Ook voor schilders breken gouden tijden aan. Ik denk van niet, maar ik schrijf van wel. Je kan nou eenmaal niet alles opschrijven wat je denkt, zeker niet als het in het Schildersvakblad terecht komt. Dus zómaar schrijven dat schilders méér of minder gaan verdienen, nou nee.

Mij is op het hart gedrukt, dat ook de vrouw (M/V) van de schilder meeleest. En als zij (M/V) ontdekt dat de huishoudbeurs best wat ruimer afgesteld kan worden, zijn mijn rapen gaar. Nou kook ik voor mezelf, en rapen die precies gaar zijn moet ik nog meemaken… Maar het gaat hier om het principe.

Het principe dat je niet alleen de waarde van je huis in je hypotheek hebt zitten, maar ook nog eens een dikke schuimkop erop. Dus je hypotheek is hoger dan de waarde van je huis; je zou hem niet uit de verkoop kunnen aflossen. Als de geldwereld dan krimpt en de prijzen gaan dalen, zakt je stemming ook mee. Als de moed tot onderin je schoenen afgedaald is, moet je ze misschien zelfs weggooien voordat je andere hebt. Een doemscenario, dat echter voor tal van eerlijke hardwerkende Jan Modalen (M/V) klaargezet is door de het-kan-niet-op kapitalisten uit de financiële hoek. De hoek waar de klappen vallen, maar waar ze niet echt opgevangen hoeven te worden. Ze houden zat over, daar.

Waar op deze plaats wellicht een technisch beschouwing over schuimonderdrukkers in verf verwacht werd, gaat het dan ineens over je vastgoedwaarde. Of die wat hoger kan, tijdens deze Bandietcrisis. Dus: of je de schilder er even langs laat gaan. Huis + Verf = Overwaarde. Een soort wet van Pythagoras (a2 + b2 = c2; lekker makkelijk onthouden. Was iets met een meerpuntige driehoek of zo).

Die schuimonderdrukkers komen na de beurs en congres European Coatings Show / Nürnberg Congress van april wel weer. Voorlopig zitten we nog onder de vlokken van het schuim der natie: de graaistuivers in de financiële wereld. Die toveren fraaie cijfers uit de hoed voor hun bonus, en hebben verder maling aan de malus. Die was contractueel niet voorzien. Zulke figuren vind ik dus overgewaardeerd, en die overwaarde verzilveren ze te kust en te keur.

Is er nog wat over voor een werkende coatinggek??? Mijn urenboekje kwam op 1928 uur in 2008 (helaas werk ik voor aanneemsommen). In die richting zitten Amerikaanse corrosietechnici ook, blijkt uit hun jaarlijkse salarisonderzoeken. Voor zestigduizend dollar, want schaarsteverhoudingen drijven de prijs ineens niet zo op als de zeepbel-economen ons zo graag voorrekenen. Als je er zat van hebt, dus zakkenvullers, hoort er een hoog salaris bij (?), maar als je ze te kort komt, zoals materiaalexperts en onderhoudskundigen, dan mag het niks kosten (??). Of onderhoud kan later wel (???).

Mijn oplossing, zoals ik vorig jaar al schreef (én dacht, dames!): voor je taxatie effe schilderen, althans láten schilderen. Na de schilderbeurt heb je weer overwaarde, of is je financiële schuimkop een beetje ingelopen. Geeft de burger weer moed!

Edward Uittenbroek

Bron: Schildersvakkrant, januari 2009