Soms kun je lelijk uitglijden over een technologisch snufje. Dan is het zeg maar een bananenschil. Terwijl er best wel wat ín zat. In die technologie dus. En zo ver gaat de vergelijking ook op: in die schil zat ook wel wat.
Dat is er door iemand uitgesnoept die de schil precies in de baan van jouw voet heeft geslingerd. De ene heeft dus de lusten, de andere de lasten. En zo is dat ook met technologie. In dit geval bijvoorbeeld nanotechnologie.
Dat is letterlijk ‘de kennis en kunde van de werken der dwerg’, zo werd eens door iemand van TNO uitgelegd. Het komt van het Griekse ‘nano’, dus ‘klein’ of ‘dwerg’. En réken maar dat het klein is: een nanometer is een duizendste micrometer. De nanotechnologie speelt zich beneden de honderd nanometer af en de materiaaleigenschappen veranderen door die minieme schaalgrootte. Zichtbaar licht heeft een golflengte van circa 400 tot 700 nanometer, dus je kan aan uitvindingen werken zonder dat iemand het ziet. En wat het dan doet: zonder de optische eigenschappen van je lak aan te tasten heb je bijvoorbeeld een grotere hardheid, krasvastheid, of zelfs voorheen strijdige eigenschappen zoals transparante elektrisch geleidende coatings. Je hebt maar een miniem beetje koolstof nodig voor geleidbaarheid, dus de eigenschap die een coating elektromagnetische afscherming geeft zodat de elektronica in de gelakte behuizing daarvoor veilig is. En dat kan dan dus doorzichtig, dan blijft je markering of zeefdruk zichtbaar.
En wat is nou de uitglijder? Dat het zó verrotte klein is, dat je lichaam er misschien geen erg in heeft als er zo’n deeltje door je donder gaat. Vandaar dat je ineens zo weinig `nano-zus´ en ´nano-zo´ meer hoort: men kijkt effe de kat uit de zak wat de gezondheidseffecten betreft.
Mag ik een voorzet geven?
Staan we nou voor de alom aangekondigde revolutie in materiaalkunde en materiaalverwerking, of waren de beloften meer een ‘broodje aap’-verhaal: het had waar kúnnen zijn, zou alsnog waar kunnen wórden, maar ís voorlopig nog goedbedoelde sensatie. ‘Broodje-aap’ was dat meisje met het opgestoken haar dankzij een kuub haarlak. Dat ongemerkt een spinnenhol opgekweekt had als dakkapel van haar ´bovenkamer`. Zo´n soort verhaal. Jammer dat de coatingtechniek dan altijd weer de schuld krijgt. Maar ik ben wel benieuwd wat er in Budapest over gezegd wordt, tijden het jaarcongres van de Europese koepel van verffabrieken. Nee niet over haarlak natuurlijk, over de bananenschil van gezondheidseffecten van nanotechnologie. Daar houden ze een lezing over.
Mijn eerdere pogingen daar iets over te achterhalen, strandden altijd op gebrek aan meettechnieken, bewijsvoering en onderling doorverwijzen door diverse sprekers van diverse onderzoeks- en handhavingsinstanties. Mijn tip: lees een vakkrant die daarover publiceert. Het gerucht gaat, dat dat déze wordt: de Krant van Lakker Nederland!
En wat de lusten & lasten betreft: voor een val over een bananenschil moet je er wel precies op de juiste manier óp stappen. Al hálf onderúít schuivend. De spagáát al ínzettend. Een slingeraap zal dat niet overkomen. Die laktechnologen slalommen zich er wel door!
Edward Uittenbroek
Bron: Schildersvakkrant, september 2009