Meestal beklaag ik mij dat de lakverwerking een bij het brede publiek onderbelicht of zelfs “onzichtbaar” vakgebied is. Al bekommeren we ons om het meest zichtbare deel van een materiaal: het oppervlak.
De laatste tijd hebben we in de lakverwerking echter niet te klagen over de hoeveelheid publiciteit. Maar helaas zijn dat dan vooral nare berichten. Op het journaal werd de toegenomen resistentie van bacteriën toegeschreven aan schimmelwerende verf voor in de badkamer. In de krant maakten we furore door een parkeerplaats waar de auto’s uit de bocht vliegen als de nieuwe coating nat is van de regen. En in een documentaire over vliegtuigongelukken vierden we triomfen doordat het weglakken van corrosieplekken de heren en dames onderhoudstechnici op een dwaalspoor had gezet.
Tsja, “slechte publiciteit is óók publiciteit”, denkt een aan lager wal geraakte artiest dan. Maar de échte kunstenaars zijn natuurlijk de vakmensen die nog iets kúnnen, en dan denk ik aan de verfraaiers en verduurzamers dezer aarde. Vanwaar dan bovenstaand treurnistrio?
Mag ik een voorzet geven?
Ten eerste was het journaal een beetje in de war: bedoeld was waarschijnlijk dat door watergedragen lakken er meer aan bacterie- en schimmelwering in de pot gedaan moet worden, dan toen de oplosmiddelrijke lakken gangbaar waren. Die verf in de badkamer kan best een rol spelen. Maar dat gaat om veel kleinere hoeveelheden dan de algemene trend naar mens- en milieuvriendelijker verf voor allerhande toepassingen in allerhande marktsegmenten.
De parkeerplaats waar je met piepende banden de lak van je schildersbus af kan schrapen aan de betonpalen, doet niets af aan de antislipcoatings en al die andere mooie verftypen die er bestaan. Andere waardevolle toepassingen zijn nalichtende coatings om vluchtbelijning te laten gloeien als ineens het licht uitvalt, deklagen voor vloeistofdichte vloeren, kleuromslagverven om haarscheurtjes in warmevloeistofleidingen te verklikken… Nou ja: jammer dus dat je het nieuws haalt als het mis gaat en je verder niet in beeld komt.
En die camouflagetechnieken op dat vliegtuig… ja daar kun je een lak ook voor gebruiken. Maar inmiddels zijn er ook zelfherstellende lakken die juist problemen voorkómen, in plaats van maskeren.
Eisma hield een tijdje geleden een congres over al dat soort functionele toepassingen, tot en met geur- en geluiddempende verven aan toe. Impulsreactieve coatings worden ‘Smart Coatings’ genoemd, en behalve Eisma doet ook uitgeverij Vincentz Network daar een duit in het zakje: november wordt daarover alweer het zesde congres gehouden (Berlijn). Kijk, met zúlke toepassingen wil je nou het nieuws halen. In het populair-wetenschappelijke tijdschrift Weet stond iets over verf die van kleur kan veranderen bij bepaalde impulsen. En spektakelstukken als de Eiffeltoren halen wél in positieve zin de pers (een zogeheten “eindeloos schilderscontract”).
Zou er extra markt zijn als we meer deden dan kleur aanbrengen en houtrot voorkomen? Als we de vele mooie toepassingen beter onder de aandacht kregen van opdrachtgevers en het brede publiek, zit er meer in dan wat de sensatiepers ervan bakt. Die bakt ze vooral bruin, en wij zijn veel kleurrijker dan dat!
Edward Uittenbroek
Bron: Schildersvakkrant, mei 2010