Soms zitten er scherpe randjes aan de technologie. Daar snijden bedrijven zich dan mee in de vingers. Bijvoorbeeld staalconserveerders. Daar komen dan weer technologisch oplossingen voor, vanuit de verfindustrie. Daar moet dan voor betaald worden door de… ja… door wie eigenlijk? De meest bevoordeelde partij zeker? Dácht het niet… praktijk en coating zijn soms weerbarstig.
Lasersnijden gaat snel en precies. Geeft wel scherpe randen, waar de lak niet lekker overheen blijft zitten. Zeker als je elektrostatisch spuit, en er is geen dekgas gebruikt bij het snijden. Dan willen de elektrische veldlijnen daar niet aangrijpen aan het metaal. Komt er al minder verf, en het gaat er tijdens het drogen een beetje van terugtrekken. Uitgerekend de hoeknaden zijn dan het dunst beschermd.
Alles vooraf met een slijptolletje afronden? Totdat je zélf staat te tollen van zo’n slijpklus! Zat dat in je prijs? En als je wat overslaat? En als er een shopprimer op zat, zoals met aangeleverde prefab componenten?
Daar is dan weer verf voor met edge retention, dus randaanhechting zodat je daar voldoende bescherming houdt.
De echte scherpslijper denkt nu: komt die bij een scheepscoatingcongres vandaan of zo? Dat zou voor thema Staal van de Schildersvakkrant aardig uitkomen, natuurlijk.
Wat steek je daar nou van op, zo’n Shipbuilding, Machinery & Marine Technology Hamburg? Nou, om te beginnen dat ook in die wereld de technische vereisten steeds strenger worden en de verantwoording steeds meer naar de verfapplicateur wordt verlegd. De nieuwe norm voor ballasttanks heet breeduit Performance Standard for Protectice Coatings. Aanleiding was het zinken van zeeschepen door corrosie. Voortaan maar beter beschermen dus. Te beginnen met de primerlaag en de stripe coating: de voorzetten over de lasnaden, zodat daar alvast wat meer bescherming zit. Deze column is daarnaar vernoemd. En afgeronde randen, anders trekt de lak zich terug tijdens de droogfase.
Mede dankzij technologieën zoals glasvezelversterkte coatings, verbeterde inspectietechnieken en meer controles zou dat moeten kunnen. Maar gaan we ook de signaalcoating gebruiken die bij de juiste belichting dunne delen, de ‘heilige dagen’, laat doorschemeren? Wie durft… Wie betaalt…
En gaan we de mensen nog meer opleiden tot professionele scheepsbeschermers? Voor de zekerheid zat er bij de congresmap een demo-CD over een nieuwe opleidingsmethodiek. Want zoals dat dan gaat: de regels worden strenger, maar degene die tegen de hoogste tarieven werken, de kantoorklerkerij der inspectiebureaus, zijn niet degenen die ervoor opdraaien als er iets mis is. Hoe harder je werkt, hoe meer je in de risicozone zit.
Het werd allemaal diplomatiek verpakt, want je moet nog met elkaar samenwerken nietwaar, maar de inspectiebureaus spinnen nog wel de meeste garen bij het geheel. Van alles en nog wat bezoeken en keuren, het kán niet op. Houden we zo het bootje drijvende na de zeperds zoals de gezonken olietanker Erika? Of zitten we gewoon in allemaal in hetzelfde schuitje en mogen we blij zijn met de administratieve taakverzwaring. Die kunnen misschien vooral de bedrijven in de modernere economieën waarmaken?
Of krijgen we examenvrees van inspecties en technologie…
Edward Uittenbroek
Bron: Schildersvakkrant, oktober 2008