Een mooi dekkende lak, wie wil dat nou níét? En dan het liefst in één keer opgestreken, niet meerdere dunne laagjes, zoals bij het duurdere segment (gespoten) keukeninterieur.
We hebben het al eens gehad over het achterblijven van oplosmiddeldeeltjes onderin een te dikke verflaag, terwijl het oppervlak al aangedroogd is en een barrière vormt bij de ontsnappingspogingen. “Solventretentie”. Ja, dat klinkt als een letterlijk uit het Engels overgenomen begrip. Nog minder moeite heeft men gedaan bij het vertalen van “High Solid”. Dat is in het Nederlands “High Solid”, evenals “coating” dus brongetrouw overgenomen. “Verf met een hoger aandeel vaste stof”, zegge ruim 70 gewichtsprocent.
En wat is dan het voordeel? Zogenaamd het milieu, want er zit hooguit 300 gram oplosmiddel per liter in. Als het goed is, levert het ook dermate duurzame resultaten op, dat de onderhoudscyclus ermee verlengd wordt. Scheelt dus verfverbruik van het object tijdens de totale levensduur. Want ten opzichte van bijvoorbeeld traditionele alkydharsverven halen HS alkydharsverven tenminste dezelfde elasticiteit, glans, glansbehoud, en UV-bestendigheid.
Maar in het echt moet het natuurlijk gewoon betere resultaten geven, kosten besparen of makkelijker werken. Dan noemen we het milieuargument er vanzelf wel bij. Als milieukundige annex coatingtechnoloog mag ik deze tweebenig kwinkslag wel maken toch? Van industrieel poedercoaten wordt ook altijd gezegd dat het toch vooral oplosmiddelvrij is. Terwijl het werkelijke voordeel natuurlijk is: eenlaags poederen, moffelen-afkoelen-klaar. In plaats van tweemaal natlakken en tweemaal ruimtebeslag en tijdverslies van het drogen. Nee, we doen het voor het milieu en de arbo, wij wel!
En natlakkers die geen poedercoatinstallatie wilden kopen, gingen – liefst met dezelfde spuit – een High Solid spuiten. Overigens niet in die mate, als de verffabrieken vijftien jaar geleden verwacht hadden…
Maargoed, schilders zijn natuurlijk even milieu- en arbobewust als industriële lakkers, dus ook hier kijken we naar High Solid. Zeker op lastige plekken zoals randen en verbindingen, is het handig een lak te gebruiken die na het ontwijken van het oplosmiddel een dikkere eindlaag oplevert. Bij onderhoudswerk is er misschien zelfs een laag uit te sparen, als de kwetsbaarste plekken eenvoudiger aan hun laagdikte te helpen zijn.
Maar néén: uitgerekend de randen blijken het dunst te blijven…???
Mag ik een voorzet geven?
Als men een traditionele alkydharsverf vervangt door een HS-variant, moet men erop bedacht zijn dat de HS weliswaar een goede vloeiing heeft, maar soms een wat tragere aandroging. Je denkt misschien dat-ie “met een voorsprong” aan het drogen slaat, omdat hij een lager gehalte oplosmiddel heeft dat hij uit moet dampen. Maar eigenlijk doet ie het juist wat rustiger aan. Vanwege die goede vloei, zal hij dus de neiging kunnen hebben zich iets van scherpe randen terug te trekken, voordat ie klaar is met hard worden. Dan is die rand dus wel iets dunner, hoewel hij wel dik genoeg was direct na het aanbrengen. Laat je dus niet op het verkeerde been zetten met de gedachte dat iedere streek meer “vaste stof” aanbrengt, en rondt bij nieuwwerk desnoods met een schuurpapiertje die randen extra af!
Edward Uittenbroek
Bron: Schildersvakkrant, september 2006