De winter breekt weer aan. Je kán erop wachten. Maar ook als je er niet op wacht, komt Koning Winter onverminderd het land binnentrekken, met zijn witte confetti en stormachtige luimen. Nu is het nog juni, dus het lijkt nog aardig mee te vallen. Maar hij komt er weer aan: de gure, gure binnenweerwinter.
Dan heb je natuurlijk winterverven die een langer seizoen mogelijk maken, en waarvan onlangs bekend gemaakt werd dat ze kwalitatief niet slechter zijn dan gewone verven. Dus dan heb je weer een reden minder om binnen te zitten, in die gure, gure winter. De ijsbeertjes zakken inmiddels door hun schots, hoewel ik inmiddels de indruk heb dat ze er theatraal van af springen zo gauw er een camera in de buurt is. De helft van de keren zie je er eentje springen, dat kan geen toeval meer zijn. Maargoed, de winters worden zachter, de verven worden winterweer-baarder, de overheid wordt harder en de winterwerkeloosheid moet nou maar eens aangepakt worden. Dan moeten (semi-)overheidsinstanties de aanbestedingen natuurlijk ook in de wintertijd concentreren, maar dat is dan weer een ander potje. En als je meer wilt verdienen, zal dat ook uit een of ander potje moeten komen. En moet dat per sé een verfpotje zijn?
Mag ik een voorzet geven?
Pas hoorde ik een briljante tip van een poedercoater, hoe schilders meer kunnen verdienen voor minder moeite. Normaal zeg je dan: als er meer te verdienen is voor minder moeite, ga je dat toch zeker zélf doen??? Dus je vermoedt meteen een addertje onder het gras. In beroepstermen: een laddertje onder het glas. Maar het was tóch een welgemeende tip, zoals ik zal bewijzen:
In plaats van een hele trappengaanderij en de balkonnenboel van een flatgebouw te schilderen, kun je misschien beter het spulletje demonteren en houtjes bevestigen (niet houtje-touwtje maar echt sjorvast!), en het dan laten poedercoaten. En dan wel weer terugmonteren natuurlijk. Die spuiterij is niet thuis in het (de)montagewerk en wil eigenlijk vaak helemaal zijn hok niet uit. Die wil dompelen, sproeien, spuiten, moffelen, het industriële werk!!!
De schilder wil schilderen en tóch geld verdienen. Net als een kind dat niet kan kiezen, en dan maar om allebéí gaat zeuren.
En waarom zou je werken als je ook kan bemiddelen? Het gaat uiteindelijk om het doel dat de klant wil bereiken, en dat je daar als bedrijf een onderdeeltje van bent. Dan is er nog zat te schilderen dat niet zo handig bij een spuiterij te brengen is, zoals deuren en kozijnen en zo. Daar komt dus het laddertje onder het glas. Wel even op de kleuren letten, want je krijgt schildersverf en gemoffelde poederlak niet exact gelijk. En zoals we in een eerdere Voorzet al lazen, vloeken kleuren vooral met elkaar, als het bijna goed is.
De poedercoater rekende mij voor, dat een hiertoe bevoegde schilder makkelijk tot 30% meer overhoudt aan het hoogwerkertje en de tandem-asser, dan aan zijn kwastencolonne. Verbeter de wereld, begin bij hem!
Edward Uittenbroek
Bron: Schildersvakkrant, juni 2008