Hopelijk is het u nooit overkomen: de oplosmiddelshock. Maar je kan er als schilder tóch maar mooi mee te maken krijgen!
Eerst maar wat anders, dat minstens zo shockerend is. In de vorige Voorzet bleek zonneklaar, dat je geen vriendin krijgt als je van verflucht houdt. Anderzijds werd de oplossing erbij gegeven: een geurtintpasta in het rood, die de juiste reuk heeft om de actieve kant van de mens los te maken. Advies op de Bouwbeurs: gebruik díé maar in de slaapkamer…
Tamelijk shockerend.
Ik heb het nog niet zo durven toepassen, want ik ben tóch al dag en nacht aan het malen, en dan moet je dus wel goed nadenken welke kleur en geur er in de slaapkamer gaat.
Zo is dat eigenlijk met alle verf die je koopt. Maakt dat nou zoveel uit, als je iets goedkopere verf neemt? Waarom moet beter duurder zijn, kunnen ze niet gewoon de maalmixer voluit zetten en alle poedertjes en sapjes door mekaar kieperen? Ze zeggen wel eens “goedkoop is duurkoop”, dus nóú willen we weten waardoor sommige verf duurder is dan andere!
Laktechnologie is toegepaste chemie. Het ligt natuurlijk voor de hand dat ook hier de grondstofselectie en productieprocessen tezamen het eindresultaat én de kosten bepalen.
Een oude bekende voor de laktechnologie is de zogeheten “pigmentshock”. De ingrediënten worden met behulp van een maalgoed door elkaar gedraaid in de menger. Dit moet uitgekiend gebeuren: de kogeltjes in de maalmachine moeten groot en zwaar genoeg zijn om de te mengen deeltjes goed uit elkaar te rollen. Maar ook klein genoeg om op precies de juiste deeltjesgrootte uit te komen. Een optimum is te benaderen naarmate meerdere maalmachines achter elkaar gezet worden, die met verschillend maalgoed werken. Steeds iets duurder, wel steeds beter.
Maar dán…
Het te plotseling inmengen van het oplosmiddel bij het maalgoed, kan de pigmentdeeltjes van hun bindmiddel losmaken, waardoor ze gaan klonteren (“agglomereren”). De bindmiddeldeeltjes hielden de pigmentdeeltjes uit elkaar, dat is dan teniet gedaan. Dit heet de “oplosmiddelshock”. Iets vergelijkbaars gebeurt vervolgens als de dunne vloeistof met maalgoed te plotseling in contact komt met het stroperiger bindmiddel van de verf. Dan kan het bindmiddel verdund raken door de maalvloeistof. Daardoor gaan de deels geklonterde pigmentdeeltjes ook nog eens veel dichter op elkaar zitten. Ze kunnen in deze fase nogmaals gaan klonteren, met alle bijbehorende gevolgen voor de kleur! Dit heet de “pigmentshock”.
Dat is te ondervangen met bijvoorbeeld voorverdund bindmiddel of door extra langzaam te roeren. Steeds iets duurder, wel steeds beter.
Mag ik een voorzet geven?
Voorzichtig produceren is ook iets duurder produceren. Is wel iets beter produceren. De prijsverschillen zitten hem niet alleen in de grondstofkwaliteiten maar ook in de proceszorgvuldigheid. Een schilder die beweert netter te werken dan een hobbyist, zou tijdens zijn eigen inkoop dezelfde bewering kunnen volgen richting lakproducent. En er dus net als de klant iets voor over moeten hebben. Omdat de schilder weet wat hij/zij doet, en dat ook uit kan leggen.
Daarover lig ik dus te roeren en te malen.
Edward Uittenbroek
Bron: Schildersvakkrant, maart 2007