Zouden we de crisismaatregelen ten gunste van arbeidsintensieve dienstverlening nog een tijdje houden? Je kan onderhand wel voor elke waardevolle sector een crisisregeling verzinnen, want wat er vanuit de financiële hoek over ons uitgestort is, moet eerst maar eens overleefd worden.
Even als opfrissertje: “adviseurs” verkochten hypotheken aan arme Amerikanen, en verkochten die contracten in pakketjes door. Dus ze hadden geen belang bij het al dan niet betalen door de gelukkige bewoner. Als die tegelijk met zijn hele regio minder gelukkig werd en zijn huissleutel bij de bank inleverde (zo gaat dat daar), was de pakketeigenaar van dat moment het haasje. Niemand had ooit interesse gehad in de eindklant, zijn kredietwaardigheid, of het financiële “product” zelf. En die hele rommel zette een domino-effect in gang toen bij teveel gelukkigen het geluk tegelijk op was.
Nu is het de vraag waar je nog een korst brood kan verdienen: de hele bouwwereld ligt nog steeds op apegapen en de industrie heeft de tijdelijke piek van stimuleringsmaatregelen en voorraadaanvulling in de toeleveringsketen al achter zich. Alleen zeer kennisintensieve en exportgeoriënteerde bedrijven groeien nog.
Waar wordt het coatingvak dan nog gewaardeerd? Ik zou zeggen: in de sectoren waar het écht een verschil maakt of de materiaaltechnische toestand in orde is. Een lekkende pijplijn of een doorgeroeste procesinstallatie levert enorme vervolgschade en productieverlies op. Als je handig bent in het aanbrengen van coatings op staal, van brandvertragend tot corrosiewerend, of aparte gevallen als temperatuuromslagverven of vloercoatings voor opslagtanks voor ruwe olie, ben je in die hoek misschien nog wel het heertje. Zeker bij déze olieprijs!
Op het congres over Opslagtanks (www.IIR.nl) was het weer hetzelfde liedje: mooie systemen die een enorme waarde betekenen, maar weinig vakmensen om ze aan te brengen. Het paneldebat ging er ook over: in de stad zitten mensen zonder baan… en bedrijven búíten de stad maar zoeken naar uitvoerenden…
Dus wie wél interesse heeft in de eindklant en zijn product, kan dáár misschien nog knokken voor de zaak: knokken voor wat je waard bent!
Edward Uittenbroek
Bron: Schildersvakkrant