Het kwastje met de rode haren

De al eerder aangehaalde slanke blondine, hier even verderop in de straat, is bezig haar deuren- en kozijnenboel te schilderen. Ik vraag haar dus, “waarom laat je dat niet door een professionele schilder doen?”. Haar antwoord is onthutsend, en maakt niet alleen deze column maar de gehele Schildersvakkrant overbodig. Ik zal er dus langzaam naartoe werken, wat haar diepere motieven geweest zijn…

Zij heeft niet alleen het vermogen schilderwerk tot stand te brengen, maar is ook in staat uiterst kráchtige soepen te trekken. Eén sms’je, en ik laat mijn werk aan de duale hogeschoolopleiding Oppervlaktetechnologie uit mijn handen vallen, om mij deze soep eigen te maken. Het start daar in Utrecht tóch pas 3 september.
Rode soep deze keer. Meteen kan ik het schuurwerk inspecteren, dat ze met open keukenraam en zonder stofmaskertje machinaal heeft staan doen. Rode verf, die eraf ging. Rood schuurstof, dat in het rond ging. Rode soep deze keer.

Deze soep gaat nu rond door mijn stofwisseling. Dat brengt mij op de vraag, welke stof er bij de hogeschoolopleiding aangeboden moet worden voor de projectleiders in de metaalconservering, of voor de bestekschrijvers in verftechniek. Het gaat erom, dat je de meest effectieve werkhouding en de meest geschikte beoordelingsreflexen hebt, als je bepaalde technische of markteconomische afwegingen moet maken. Dus niet een hoorcollegeserie in de trant van “wat is er te weten over oppervlaktetechniek”. Maar ergens goed in worden, door toepassing op de eigen werplek. Goed worden in het veroveren van een steeds betere marktpositie, dankzij bijvoorbeeld projectregievaardigheden en technisch inzicht. Deelnemers moeten zich de vele aspecten van een coatingproject eigen kunnen maken. Het moet als het ware in de bedrijfsorganisatorische bloedsomloop terecht komen. De soep begint inspirerende trekjes te krijgen.

Maar dan moeten opdrachtgevers natuurlijk wel geneigd zijn iets uit te besteden, in plaats van alles maar zelf te doen. En waarom mijn soepmengende schuurwonder er geen Schildersvakkrantabonnee bij haalt om het huis op te knappen?

Ze doet het liever zelf, want schilderen is leuk! Nee toch, hier kan geen verlaagd btw-tarief tegenop. Dat is vals spelen!

Mag ik een voorzet geven?

Naar welk werk moet dán omgezien worden? Mijn studiegenoten Beschermingstechniek/Coating Technology (Enschede, in 2005 opgedoekt) zijn in allerlei uithoeken terecht gekomen; projectleiders staalconservering, klantbeheerders van leveranciers in lak of voorbehandelingschemie, manager van de oppervlaktebehandelingsafdeling van een fabriek… Ze zijn tegenwoordig vaak bezig projecten met opdrachtgevers door te spreken of het bedrijf te positioneren voor nieuwe opdrachten. De vaktechnische basis en ingenieursvaardigheden van een handvol deeltijdstudiejaren hebben het beroep vaak een stuk boeiender voor ze gemaakt. En ze verdienen nu genoeg geld om een schilder in te huren voor het opknappen van hun huis. Een enkele sloeber moet nog soep bietsen bij de verre buurvrouw, maar ook van hém kan gezegd worden dat hij de laktechniek door en door in zich heeft opgenomen.

Edward Uittenbroek

Bron: Schildersvakkrant, april 2007