Het feest van Winterklaas is dit jaar weer goed uitgepakt. Uit de jutezak kwam de laatste editie van Art of Modelling (december), waarin allerlei verftrucjes uitgelegd worden om ondergronden mooi te laten roesten. Erg aansprekend vond ik de Caterpillar D9, de bulldozer die het Israëlische leger inzette bij de strijd om de Golanhoogte. Sinds de jaren ’20 beschoten Syriërs de Joodse boerderijen en andere bedrijven, maar dat is opgelost. Aangezien mijn radiografische M-26 nog altijd niet in clubkleuren staat, en er in februari een demonstratie van de tankvereniging is, moet ik me gauw in de benodigde verftechnieken verdiepen!
Diverse trucjes komen dan langs, zoals combinaties van haarlak en pigmentpoeder, fixeren van bagger met een pipet en pigmentfixer, of een verse laklaag bevochtigen en er dan met een tandenborstel overheen gaan. Ja zo leer je nog eens goed poetsen ook! En natuurlijk wat extra roest langs randen en hoeken aanbrengen. Want kántendekking…???
Mijn bijzondere interesse hebben natuurlijk de rupsbanden. Roestkleuren kun je tamponeren met diverse sponsjes, nadat een basiskleur aangebracht is. Een heus tweelaagssysteem, normaal dus om roest tegen te gaan maar nu om het voertuig realistischer te maken. De vraag is alleen, of je dan nog door het zand gaat rijden ermee. Beetje jammer van je werk, want de hechting zal daarvoor wel niet voldoende zijn.
Dus eigenlijk staat het hele spulletje dan gefixeerd: aan de grond genageld zeg maar. Nou past dat wel leuk in mijn taktiek om me vooral toe te leggen op gebouwtjes, boompjes en bruggetjes. En tankweringen, overal tánkweringen! Dus eigenlijk allerlei zaken die het mijn clubgenoten maar lastig maken om vrijelijk rond te rijden. Dan hoef ik zelf niet naderhand me rupsen schoon te poetsen en kan ik bovendien bij zo’n demonstratie zelf een beetje rondlopen. Meestal zijn ze in een historisch museum of op een modelbouwbeurs. Míjn dag is goed!
Zoals wel vaker: in modelbouwcafé Rail City te Brugge, waar ik vorige maand pardoes belandde na een bezoek aan een lakfabriek, waren de diorama’s nog volop in aanbouw. En zag je dus “achter de schermen” de piepschuimblikken en het triplex. Terwijl langs de spoorbaan levensecht een Duitse duikbommenwerper (Ju-87 Stuka) uitgegraven werd door een groepje historici in schaal 1: 144. De ambachtelijke kunsten der materiaalverwerking werden zo aan een breed publiek tentoongesteld. Met co-financiering uit de bar. Proost!
Maar wat is nu de diepere betekenis van deze Winterklaas-bespiegelingen voor de eerzame schilder, die eveneens de airbrush en penseel dient te hanteren?
Maar ik een voorzet geven?
De onbeduidende particulier heeft geen benul van de nobele kunsten der modelbouw, en zal zich dus al gauw met open mond vergapen aan het resultaat. In werkelijkheid gaat het vaak simpelweg om golfkarton met een verfje (verzinkte dakplaten bijvoorbeeld, beetje roestig maken, staat leuk!). De fijne kneepjes van het vak zijn een vingervlugge druk op de spuitbus, en het vaardig combineren van kleur en structuur. Resultaat is een veelvoud van de waarde van de samenstellende delen. En nog mooi roestig ook!
Edward Uittenbroek
Bron: Schildersvakkrant, december 2010