Gestaalde perfectie

De vijfde editie van het congres Wood Coatings werd deze keer niet in Den Haag maar in Praag gehouden. Daar wilde ik al langer heen, ja zowel naar het congres als naar Praag. En het paste ook mooi in de doelstellingen van de redactie om een technisch vooraanstaand blad voor de schildersmarkt te blijven. Ik erheen. De gevolgen kunt u elders in deze krant en enkele volgende edities lezen.

Een aardig onderwerp, waar ik vroeger op de spuiterij al eens mee te maken had, was de vraag of het nou slim is om hout te gritstralen.
Of wij dat konden, een eikenhouten deur stralen. Dat was de vraag. Jazeker, wij gaan zelfs in de kantine zitten klaverjassen om te bepalen wie dat mag doen. Als wij lang genoeg doorstralen, krijgt u de scharnieren keurig gestraald terug. De rest zit in het stoffilter. Dat kunnen wij zéker. Kómt u maar.

Anderzijds…
Het zal wel een eeuwentrotserend erfstuk zijn, of de onvervangbare toegangspoort tot een monumentaal pand of zo. Dus dat hebben we maar even níét gedaan. Nee, pakt u maar een schuurpapiertje. Mooi werk, schuren. Vooral als de klant het zelf doet.

Maar op een houtlakcongres van niets minder dan de Paint Research Association, gaat de tweede lezing op het hoofdpodium over stralen. Terwijl lezingen over normontwikkeling, poedercoaten van MDF en nanotechnologie in de aparte sessies belanden. Toch wel een onderwerp, kennelijk.

En soms beter dan schuurpapier. Als je niet overal makkelijk bij kan, of de oude lak zit er echt goed op, dan helpt de slurf beter. Iets lagere druk dan bij monumentenonderhoud op steen, bijvoorbeeld drie bar. En glasparels of gritwaterstralen. Het water fungeert tevens als “schokdemper”. Toch lieten microscoopfoto’s wel wat ingebedde glasparels zien, en het houtoppervlak krijgt sowieso een flinke opdoffer van dit avontuur.

Een aardige vraag was naderhand, of het vensterglas verwijderd moet worden. Met de juiste afschermmaatregelen moet dat niet nodig zijn…

Mag ik een voorzet geven?

Misschien een ideetje om meters te maken en Beun de Haas de oortjes eens flink te laten hangen. Zo zet je meteen de industriële lakverwerking voor de derde keer op zijn plaats. Ten eerste is schilderen helemaal niet eenvoudiger werk dan industrieel spuiten, alleen maar omdat het ambachtelijker is en de industrie tunnels en badenreeksen, heftrucks en hangbaansystemen heeft. Integendeel: hout is er in allerlei soorten en condities: het biedt veel behendiger weerstand tegen de oppervlaktebehandeling dan staal. Ten tweede: schilders doen percentagegewijs veel meer aan opleiding. Mede door het rustige winterseizoen, maar de motivatie om zich eens de Stand der Techniek te laten voorschotelen is er ook. En dan ook nog een klus aanpakken waar een industriële poedercoater destijds voor terugdeinsde.

Bij cursuswerk citeer ik wel eens Lord Wellington, die voorafgaand aan de slag bij Waterloo al zei: een man is niet bang voor iets waar hij goed in is. Maar in die tijd waren de schepen nog van hout en de mannen van staal…

Edward Uittenbroek

Bron: Schildersvakkrant, oktober 2006