Bent ú functioneel? Tsja, dat is een confronterende vraag, natuurlijk.
Eerst maar iets over die term. Vaak wordt onder ‘functioneel’ alles verstaan behalve kleur. Daarmee zijn corrosiewerende coatings dus ook ‘functionele coatings’, ze hebben immers een roestweringsfunctie. Ik vind dat dan wat jammer. Want je kan ook een onderscheid maken tussen enerzijds coatings die zelf een functie hebben, bijvoorbeeld aangroeiwering of antislip, en anderzijds coatings die de functie van het onderliggende materiaal intact moeten laten. Dat zijn dan corrosiewerende, slijtagebeperkende en UV-afschermende coatings. Dan kom je uiteindelijk op drie hoofdgroepen: beschermend, functioneel en natuurlijk nog decoratief.
Nu zegt de spitsvaardige tegenstribbelaar: “als een coating geen functie heeft, hoef je hem ook niet aan te brengen. Dus alle coatings zijn functionele coatings.”
Briljant.
Maargoed, ik neem toch het windmolengevecht op me, om ‘functioneel’ te zeggen als de lak zelf een taak uitvoert.
Hoe maken wij van die tegenstribbelaar een meestribbelaar? Laat ik het over de boeg van de opleidingen gooien. Voor de hogeschooldifferentiatie Oppervlaktetechnologie, die je voor eenderde op je werk doet (het is een ‘duale opleiding’), heb ik het coatingtechnische universum in moeten delen in rijtjes en pommetjes. Achter de pommetjes staan dan de beschrijvingen en de oefeningen, en de plaatsen waar meer informatie te vinden is. Die heb je nodig voor je oefeningen, want oefening baart kunst. Je hersenpan wordt een roerbakmenie. En zo doe je aan begripsvorming. Begrip van je vakgebied. Dan moet je je begrippen ook kennen: de ‘vaktermen’.
Maar de vraag was: bent u functioneel.
Mag ik een voorzet geven?
Voor uw opdrachtgever bent u hopelijk niet een kwaster, maar iemand die zijn vastgoed moet verfraaien en verduurzamen. U bent dus zeer functioneel voor zijn vastgoedwaarde! Hopelijk is er op uw bedrijf een aanspreekpunt, die meer kan melden dan “die kleur hébben we!” en “uurtje-factuurtje, u bestelt, wij leveren.” Dus zonder dat uw bedrijf ergens een goedbetaalde specialisme in opbouwt. Misschien is er iemand die kan meedenken in een totaalconcept van meerjarenonderhoud. En die voorshands bijvoorbeeld het lastige thema van de kleurechtheid door kan spreken. Ook zo’n vakterm.
Zonder te willen dramatiseren: is de bedrijfsopvolging wel geregeld? Of ziet aanstormend talent te weinig doorgroeimogelijkheden, en wordt de rode lantaarn door de laatste generatie in de wilgen gehangen? Als de functieomschrijving samen te vatten is met “doorgaan op de ingeslagen weg”, is het niet verblozingwekkend dat het neerkomt op: “doorgooien in de ingegooide glazen”. Want een bedrijf zonder opvolger krijgt nare vragen van de bank. En een bedrijf dat alleen conform vorige levering kan uitvoeren, mist misschien wel eens een boot. Of een hele zilvervloot.
Dus hoe functioneel het bedrijf is voor de opdrachtgever, hangt sterk af van hoe welbespraakt het aanspreekpunt is die met de opdrachtgevers in overleg kan. Dat betekent dus een leven lang leren. Je werk wordt kleurrijker, het bedrijf gaat langer mee, en je kan meer functies uitvoeren.
Edward Uittenbroek
Bron: Schildersvakkrant, december 2008