Een dikke pakkerd

Vroeger kreeg je van tante een dikke pakkerd, bij het afscheid van een partijtje logeren. Tegenwoordig is het land zó op het eigen individu ingesteld, dat familiebanden nauwelijks meer voorradig zijn, en is dit risico tot een minimum is teruggedrongen. Een groot goed, ja ik durf wel te spreken van een verworvenheid. Probeer die lippenstift maar eens van je wang te slijpen!

In de lakwereld lijkt de tijd soms wat langzamer te gaan dan op overige planeetdelen. Dan heb ik het niet over de laktechnologie: wat ik allemaal aan nieuwe lakontwikkelingen te versnoepen krijg op congressen, bewijst het innovatief vermogen van deze tak van de toegepaste chemie.

Ik heb het dan over de Dikke Pakkerd die nog altijd uitgedeeld wordt, niet door geparfumeerde tantes maar door lakapplicateurs. Mooi woord, zeg. Applicateurs. Aanbrengers van verf, zeg maar.

Om niet alleen het object voldoende dekking te geven, maar zelf ook afdoende gedekt te zijn, laten applicateurs wel eens de regie of inspectie over aan de verfleverancier, zodat die mede de verantwoording draagt. Mijn vraag is dan: zou de laagdiktebeheersing ook een prominent aandachtspunt zijn? Want in tegenstelling tot de Pakkerd van Tante, geldt voor lakapplicatie niet ´hoe dikker hoe beter´. Sterker nog: dikke lagen kunnen juist craquelé (spinnewebvormige scheurvorming) gaan vertonen, en juist een slechtere barrièrewerking hebben om bijvoorbeeld vocht van het te beschermen staal weg te houden. Weg bescherming. En geen gezicht. Soms kunnen dikke lagen de krimp en het uitzetten van hout juist slechter opvangen dan een laag die precies dik genoeg is. Waardoor barstvorming optreedt. Weg bescherming. En geen gezicht.

Onlangs hoorde ik van een project, dat vanwege de craquelé eigenlijk afgekeurd was, maar door een hoge ome (M/V) geopend werd. Dus kwam er nog gauw een laagje overheen om de scheurtjes te maskeren. Nee niet tante kwam lintjeknippen, iemand van het koninklijk huis! Zag er op het moment suprème dus eventjes prefect uit, maar met een ondergronds gangenstelsel waar de Vietcong jaloers op zou zijn!

Met een onafhankelijke derde partij erbij, zou de laagdiktebeheersing waarschijnlijk een standaard thema geweest zijn. Want daar zit een terugverdieneffect voor de applicateur, en daarmee maakt die derde partij dus zijn factuur ook beter verdedigbaar.

Anders krijg je discussies, want de applicateur had er zelf aan moeten denken, de laagdikte is immers zíjn “plakkie-an”. En bovendien: het kan ook aan een overdosering van de harder liggen, of overschrijding van de potlife, daar zou je ook scheurvorming door kunnen krijgen. Het zwartepieten is dan begonnen.

Mag ik een voorzet geven?

Als de ondergrond een dikke barrièrelaag van verf te pakken krijgt, hoeft dit helemaal geen betere bescherming op te leveren. Het kan evengoed barstvorming in de hand werken. Meerdere dunne lagen is wat dat betreft al veel beter, maar de opdrachtgever moet dan wel te overtuigen zijn van wat hij koopt. Geen verflaag, maar een gedegen bescherming en verhoging van de vastgoedwaarde. Leg dat maar eens uit!

Edward Uittenbroek

Bron: Schildersvakkrant, augustus 2006