De morgenstond heeft “fout” in de mond

Iedereen kent wel het ‘maandagochtendproduct’, of in studietermen het ‘vrijdagochtendcollege’. Donderdag is vaste uitgaansnacht, dat ruik je dan in de collegezaal. Een gestaalde professor zal bij zijn tentamenvragen verhoudingsgewijs veel vrijdagochtendmateriaal benutten, om de vreugden des levens gelijkelijk over de socio’s en de stuuds verdeeld te krijgen. Zolang de herkansingstentamens niet op vrijdagochtend zijn, gaat dat goed.

Maar als het nou iedere ochtend eerst een half uurtje mis is met de lak? Dan helpen twee dingen niet. Wrijven helpt niet, net als met die maagzuurtabletten. Voortaan een half uurtje later beginnen valt goed bij het personeel, maar helpt ook niet. Enne: alleen proberen als de klant het doorbetaalt!

Maar die spettertjes, die ‘s morgens als harde brokjes in de lak ingebouwd worden? Eerst de verffabriek de schuld geven, dat levert minstens gratis advies op, over dauwpunt, componentenmenging, en je blik goed afsluiten natuurlijk.
Dan de spuit de schuld geven, want een schilder hoort toch eigenlijk een kwast te gebruiken.

Nou, dan toch de assistent maar. Die was erbij.
Ten eerste moet een schilder juist wel een spuit of een automatisch gevoede roller gebruiker, want elk wapentuig dat tegen de bijklussende kwastenBeun ingezet kan worden en waar ie niet van terug heeft, is weer meegenomen. Vervolgens moet de vakman zijn spulletje goed onderhouden. Maar dáár was nou juist aan gedacht: keurig de spuittips in een bakkie water gelegd de avond ervoor (geldt alleen voor watergedragen lak natuurlijk). Wil de echte schuldige opstaan?

Mag ik een voorzet geven?

De invoering van watergedragen lak heeft tot de nodige “leermomenten” geleid, om het maar diplomatiek te zeggen. Je kan lakresten niet door de gootsteen gooien, omdat het milieuvriendelijker zou zijn. De lakcomponenten zijn nog altijd afval dat je niet door de put of in de sloot gooit!
En het hoeft helemaal niet huidvriendelijker te zijn. Er zijn ten opzichte van oplosmiddelrijke lakken zelfs meer stoffen nodig om verf-smullende bacteriën te bestrijden.
Ook kun je het niet zondermeer met een scheutje water “op maat” maken, al wil de schilder vaak een kleine snuisterij uit eigen keuken in zijn dagtaak verwerken.
En om nou de koe bij de uiers te vatten: spuittips schoonhouden met een bakkie water gaat het klonteren van vaste deeltjes in een watergedragen lak niet tegen. De lakresten moeten met een geschikt goedje in het gareel gehouden worden. Zodat ze week blijven, en de spuitnozzle ‘s morgens zorgvuldig schietklaar te maken is.

Eén van de leukste vindingen die ik op de vakbeurs Eurofinish Gent van oktober tegenkwam, was een zandloperformaat flesje waar je je spuittips in de bovenbeker legt, deksel erop, omdraaien, geinige doordruppelvertoning bekijken, en het ligt keurig te overnachten in de 2- butoxy-ethanol. En nou niet gaan experimenteren met eigen navulling van wasbenzine of zo, ze hebben natuurlijk wel een kunststof gekozen die dáár dan weer níét tegen kan.

Zo, effe kijken of mijn meeneemexemplaar het uithoudt als ik er water in doe…

Edward Uittenbroek

Bron: Schildersvakkrant, november 2005

voorzet200511