De arbeidsomstandigheden waren in de Tweede Wereldoorlog niet altijd optimaal. Neem nou de gevechtspiloten die onder vuur werden genomen. Die liepen wel eens wat materiaalschade op, en dan moest er tóch doorgewerkt worden. Om over het risico van persoonlijk letsel maar te zwijgen! Gelukkig hadden de Amerikanen zelfdichtende brandstoftanks, véél handiger dan met een plakkertje staan trutten boven vijandelijk grondgebied.
Tegenwoordig wordt er veel onderzoek gedaan naar zelfherstellende materialen, zoals voor cockpitruiten, en Nederland is een van de koplopers op dit vakgebied. Het jaarlijkse congres erover kan ik te voet bereiken, hier in Gouda. In oktober is de kaasstad dus altijd een daagje de materialenstad. Nou ja, de Goudse Schouwburg is dan de materialenstolp. Een leuk thema is dan natuurlijk ook de zelfherstellende coating.
Nu ik me zo op het congres zit te verheugen, overpeins ik meteen de gevolgen en mogelijkheden voor de schildersmarkt. Markt is er zéker. Windmolens op zee wil je niet steeds opnieuw moeten coaten. En aangezien de lak enkele procenten in het rendement van de rotor kan schelen, kun je het er ook weer niet bij laten zitten. Een gladde lak die de kunstsof beschermt tegen UV-straling, en die zichzelf repareert als er scheurtjes ontstaan door de wisselbelasting… dát zou een uitkomst zijn!
Maar krijgen we nu onderhoudsvrije gevels waar de schilder nooit meer bij gehaald wordt, tenzij de kleur een keer anders moet?
Nou nee. Een functionele coating die enkele jaren geleden op het Eisma-congres werd besproken, was een soort geurvreter. Zit dat nu op alle muren en in vertrekken waar een luchtje aan zit? Alles heeft zijn toepassing en moet vaak in de loop der jaren een plekje veroveren. Maar om nou te zeggen: zelfherstellende verf houdt de schilder voortaan weg… De verf zal voorlopig vooral toegepast worden op plaatsen die nauwelijks toegankelijk zijn voor onderhoud en inspectie. Of waar buitenbedrijfstelling een vermogen aan misgelopen productie kost.
Dus laat je niet van de wijs brengen door showkreten als ‘onderhoudsvrij’. Onderhoud loont, vooral voor de eigenaar. En voor de schilder die dat over weet te brengen.
Edward Uittenbroek
Bron: Schildersvakkrant